In de stagereflectie van afgelopen week hebben we het gehad over rolmodelschap. Wat is eigenlijk een rolmodel? Je zou kunnen zeggen dat een rolmodel iemand is die een voorbeeld is voor een groep mensen of een individu. Iemand die door zijn zijn en zijn handelen anderen weet te inspireren en tot nieuwe inzichten weet te brengen. Iemand die je laat zien wat je zou kunnen zijn. In situaties waarin het voor leerlingen niet vanzelfsprekend is dat ze omgeven zijn door veiligheid, sturende kracht en normen en waarden vanuit het gezin wordt de school steeds belangrijker. Het lijkt er soms op dat de school deze opvoedende taak steeds meer op zich neemt. Als docent wordt je dan dus een belangrijk rolmodel, jouw handelen zal, bewust of onbewust, als voorbeeld dienen voor de leerling. Daarvan moet je je als docent eneorm bewust zijn. Je taalgebruik, de manier waarop je leerlingen aanspreekt, de wijze waarop je leerlingen aanstuurt, de gesprekken die je voert, de manier waarop je je kleedt, de blik, je humeur, de verhalen die je vertelt, de keuze voor lesinhoud, de songteksten die je zingt: alles staat in een spotlight. Denk zelf maar eens terug aan je schooltijd: wat herinner je je van je docenten? Vaak zijn dat dingen als manier van praten, verhalen, kleding, respectloosheid etc..
Je bent als docent een rolmodel of je wilt of niet. Covey zegt daarover: " je kunt niet niƩt een voorbeeld zijn. Dat is onmogelijk. Leerlingen zullen je voorbeeld-positief of negatief- opvatten als een patroon voor de manier waarop ze hun leven moeten leiden."
Je bent dus altijd een voorbeeld of rolmodel, daarna kun je ook mentor zijn. Dat is eigenlijk het moment dat je bewuster gaat sturen.
Ik vroeg aan het 1e jaar wie hun rolmodel is...leuke vraag...Wie is jouw rolmodel en vooral: Waarom???
zaterdag 25 april 2009
maandag 20 april 2009
nascholing op een basisschool 2
Van Christiane, onze nieuwe basisschool crack van ODM kreeg ik de volgende reactie op mijn blog over muziek op de basisschool...interessante stuf! tanx Chris voor jouw nuance, professionele blik en expertise!
====reactie Christiane=====
Hai Suzan,
Dank voor je interessante mail. Ik voel me wel genoodzaakt er op te reageren, omdat ik denk dat je beeld van hoe het er op een Pabo aan toe gaat, niet helemaal klopt.
Namelijk:
1.
Theorie wordt bijna nergens meer gegeven, met uitzondering van enkele lessen of zelfstudieprogramma’s waarbij studenten notennamen en zaken als een opmaat leren, omdat ze zichzelf anders geen begintoon bij een liedje kunnen aangeven. Toonladders worden (uitzonderingen daargelaten) nergens meer aangeleerd. Theorie neemt een zeer marginale plaats in het curriculum in.
2.
Veel van de zaken die je noemt zoals koorzang, en dansen, worden op de meeste Pabo’s gegeven.
3.
Verder hebben de meeste Pabo’s bijna geen tijd meer om hun vak goed te geven. Op de Pabo in Alkmaar, waar ik werk, hebben we in Pabo 1 en 2 ( het verplichte deel ) slechts 18 lessen van 1,5 uur waarin we ALLES moeten aanleren. Wij hebben dan nog de mazzel dat de eerstejaars er ongeveer 20 keer koor bij krijgen van 45 minuten. Daarin kunnen we een deel van repertoireopbouw kwijt. Op de meeste Pabo’s zijn de kunstvakken de sluitpost ( behalve op de Reformatorische Pabo in Gouda ). Er is -nog - geen landelijk niveau vastgesteld waaraan de beginnende leerkracht op vakspecifieke bekwaamheden zou moeten voldoen, dus Pabodirecties kunnen nog naar believen schrappen wat ze willen, en helaas gebeurt dat dus ook.
4.
Dan komt als laatste dat studenten over het algemeen met weinig muzikale vaardigheden binnenkomen ( het zingen is niet denderend, meestal geen enkele theoretische of muzikale achtergrond ). Tel daarbij op stagescholen waar ze bijna NOOIT een muziekles zien en muziek ook geen prioriteit heeft, en het kringetje is rond. ( vergelijk de basisschool waar jij was; dat is exemplarisch voor de problematiek )
Het is dus niet zo dat er op de Pabo verkeerde prioriteiten worden gesteld of dat men er geen idee heeft van de praktijk, maar meer een steeds smaller wordend programma en de landelijke tendens dat men rekenen en taal belangrijker vindt dan de kunstvakken ( zowel op basisscholen als in de politiek ).
Het voortgezet onderwijs heeft nog ‘de mazzel’ dat muziek een verplicht vak is. Op de basisschool gaat die vlieger niet op…..
Maar dat neemt niet weg dat je helemaal gelijk hebt dat het beeld dat een leerkracht heeft van zijn eigen muzikaliteit doorslaggevend is voor het al dan niet geven van het vak. De kunst is dan wel om de student die muzikaliteit te laten ontdekken op de Pabo en hem vervolgens succeservaringen op te laten doen in een muzikale omgeving. Kon dat maar…..
====reactie Christiane=====
Hai Suzan,
Dank voor je interessante mail. Ik voel me wel genoodzaakt er op te reageren, omdat ik denk dat je beeld van hoe het er op een Pabo aan toe gaat, niet helemaal klopt.
Namelijk:
1.
Theorie wordt bijna nergens meer gegeven, met uitzondering van enkele lessen of zelfstudieprogramma’s waarbij studenten notennamen en zaken als een opmaat leren, omdat ze zichzelf anders geen begintoon bij een liedje kunnen aangeven. Toonladders worden (uitzonderingen daargelaten) nergens meer aangeleerd. Theorie neemt een zeer marginale plaats in het curriculum in.
2.
Veel van de zaken die je noemt zoals koorzang, en dansen, worden op de meeste Pabo’s gegeven.
3.
Verder hebben de meeste Pabo’s bijna geen tijd meer om hun vak goed te geven. Op de Pabo in Alkmaar, waar ik werk, hebben we in Pabo 1 en 2 ( het verplichte deel ) slechts 18 lessen van 1,5 uur waarin we ALLES moeten aanleren. Wij hebben dan nog de mazzel dat de eerstejaars er ongeveer 20 keer koor bij krijgen van 45 minuten. Daarin kunnen we een deel van repertoireopbouw kwijt. Op de meeste Pabo’s zijn de kunstvakken de sluitpost ( behalve op de Reformatorische Pabo in Gouda ). Er is -nog - geen landelijk niveau vastgesteld waaraan de beginnende leerkracht op vakspecifieke bekwaamheden zou moeten voldoen, dus Pabodirecties kunnen nog naar believen schrappen wat ze willen, en helaas gebeurt dat dus ook.
4.
Dan komt als laatste dat studenten over het algemeen met weinig muzikale vaardigheden binnenkomen ( het zingen is niet denderend, meestal geen enkele theoretische of muzikale achtergrond ). Tel daarbij op stagescholen waar ze bijna NOOIT een muziekles zien en muziek ook geen prioriteit heeft, en het kringetje is rond. ( vergelijk de basisschool waar jij was; dat is exemplarisch voor de problematiek )
Het is dus niet zo dat er op de Pabo verkeerde prioriteiten worden gesteld of dat men er geen idee heeft van de praktijk, maar meer een steeds smaller wordend programma en de landelijke tendens dat men rekenen en taal belangrijker vindt dan de kunstvakken ( zowel op basisscholen als in de politiek ).
Het voortgezet onderwijs heeft nog ‘de mazzel’ dat muziek een verplicht vak is. Op de basisschool gaat die vlieger niet op…..
Maar dat neemt niet weg dat je helemaal gelijk hebt dat het beeld dat een leerkracht heeft van zijn eigen muzikaliteit doorslaggevend is voor het al dan niet geven van het vak. De kunst is dan wel om de student die muzikaliteit te laten ontdekken op de Pabo en hem vervolgens succeservaringen op te laten doen in een muzikale omgeving. Kon dat maar…..
dinsdag 14 april 2009
nascholing op een basisschool
Vandaag heb ik op een basisschool in den lande een nascholing verzorgd rondom zingen...een bijzondere gelegenheid. Ik was gevraagd om een deel van de studiedag te komen vullen. het probleem bij dit soort scholingen zit er in dat een deel van het docententeam heel graag iets met muziek doet en de anderen dat ook wel willen maar zich niet capabel genoeg achten, dat tenminste was de situatie vandaag. Een leuke uitdaging. Wat me weer opviel was dat deze docenten zich geen van allen hoeven te schamen voor hun muzikale, vocale capaciteiten. Ik heb ze met gemak laten zingen tot een d, nou veel hoger hoeven ze echt niet op school, met veel kl;ank, zuiver, ritmisch en met expressie! Ze hebben allemaal een goede stem, een redelijk gehoor en in ieder geval heel veel didactische kwaliteiten. De vraag is dan dus: hoe krijg je ze zover dat het niet blijft bij deze ene keer? Eerlijk gezegd ben ik er nu niet van overtuigd dat dit team vaker gaat zingen. Ik denk dat daar meer voor nodig is. Van de negen docenten wilden echter maar 2 docenten liever een vakdocent muziek die ons vak zouden verzorgen..er is dus wel een wil....
Waar een wil is is een weg zij mijn moeder vroeger al, maar ik vind het toch moeilijk die weg te vinden. Ik denk dat het beeld van een docent over zijn eigen muzikaliteit uiteindelijk doorslaggevend is voor het al dan niet muziek gaan geven in je klas. Als een docent zich zeker genoeg voelt om zonder zich in te dekken richting de klas lekker te gaan zingen of spelen dan zou het al veel beter gaan. Na de ervaring van vanochtend (die overigens erg leuk was) denk ik dus eigenlijk dat docenten van basisscholen in eerste instantie zelf goed moeten leren musiceren: weg met alle theorie op de pabo, weg met boeken vol toonladders: gewoon ouderwets koorprakticum, lekker samen djembe-en, veel dansen, gitaar leren spelen: de lol van samen muziek maken ervaren en je eigen muzikale vaardigheden ontwikkelen. Vlieg dan een vakdocent in voor de theorie, maar zing en speel elke dag even met je klas. Wees creatief! Waarom wordt er wel 'nog even getekend' en niet ' nog even gezongen?'.....de leerling wil wel...de docent ook, maar doet het niet: wat vinden jullie daarvan? Hoe moeten we deze impasse doorbreken?
Waar een wil is is een weg zij mijn moeder vroeger al, maar ik vind het toch moeilijk die weg te vinden. Ik denk dat het beeld van een docent over zijn eigen muzikaliteit uiteindelijk doorslaggevend is voor het al dan niet muziek gaan geven in je klas. Als een docent zich zeker genoeg voelt om zonder zich in te dekken richting de klas lekker te gaan zingen of spelen dan zou het al veel beter gaan. Na de ervaring van vanochtend (die overigens erg leuk was) denk ik dus eigenlijk dat docenten van basisscholen in eerste instantie zelf goed moeten leren musiceren: weg met alle theorie op de pabo, weg met boeken vol toonladders: gewoon ouderwets koorprakticum, lekker samen djembe-en, veel dansen, gitaar leren spelen: de lol van samen muziek maken ervaren en je eigen muzikale vaardigheden ontwikkelen. Vlieg dan een vakdocent in voor de theorie, maar zing en speel elke dag even met je klas. Wees creatief! Waarom wordt er wel 'nog even getekend' en niet ' nog even gezongen?'.....de leerling wil wel...de docent ook, maar doet het niet: wat vinden jullie daarvan? Hoe moeten we deze impasse doorbreken?
zondag 5 april 2009
emotionele bankrekening
Na mijn bezoek bij Jose hebben we het in de stagereflectie gehad over 'storten op de emotionele bankrekening' van de leerlingen. Ik bracht dit na voren n.a.v. een boek dat ik aan het lezen ben van Stephen Covey: de 7 eigenschappen van effectieve mensen. De emotionele bankrekening staat voor de kwaliteit van de relatie die je hebt met anderen. Door proactief dingen te doen die het vertrouwen in een relatie bevorderen verhoog je als het ware het saldo op de rekening, doe je reactieve dingen die het vertrouwen verminderen dan doe je een opname. Als er een hoog saldo op de rekening staat is er dus sprake van een grote mate van vertrouwen, dan kun je je zelfs fouten permiteren, die wordt namelijk gecompenseerd door de 'emotionele reserves'. Als je echter in de min staat op de rekening, is er geen vertrouwen en moet je altijd op je hoede zijn in een relatie.
Waarom nu dit verhaal op deze blog? Ik denk dat het bovenstaande verhaal veel betekend voor een docent. Uiteindelijk valt of staat je docentschap met de kwaliteit van de communicatie die je hebt met de klas en de individuele leerling. Je zult op een proactieve positieve manier moeten investeren en stortingen doen op de emotionele bankrekening. Hoe dan? Door complimenten te geven, door dat stille meisje die haar groepje ontzettend goed stuurt na de les te laten weten dat je het hebt opgemerkt en dat je het waardeert, door leerlingen opdrachten te geven die succesmomenten opleveren, en die dan ook uitgebreid te vieren. Door leerlingen te helpen hun blokkades te doorbreken, door ze verder te helpen, door ze na zichzelf te laten kijken en ze op die manier verder te helpen. Door in de klas een sfeer van veiligheid, openheid, eerlijkheid, oprechtheid en hechtheid te helpen ontstaan. Door een rolmodel te zijn voor de leerling.
Wat moet je dan vooral niet doen? Teveel geld opnemen van de rekening, in de min zitten. Door bv. leerlingen voor gek te zetten (o, dus jij kunt zo goed de clown uithangen? Doe dat dan maar even hier voor de klas!) , persoonlijk te worden op een negatieve manier (jij bent ook altijd zo'n verwend kreng!) , leerlingen te pakken op hun onzekerheden (schreeuwen doe je maar als je in die achterbuurt van je rondloopt).
Covey zegt hierover ook dat we eerst een voorbeeld zijn door betrouwbaar te zijn, dan een mentor door respect en betrokkenheid te tonen, vervolgens een organisator door de structuren te bouwen die gebaseerd zijn op jouw overtuigingen en missie tav jouw lesgeven en tenslotte pas de leraar, het overbrengen van de principes en leerinhouden.
Mooi toch?? Allemaal lezen! http://nl.wikipedia.org/wiki/Stephen_Covey
Waarom nu dit verhaal op deze blog? Ik denk dat het bovenstaande verhaal veel betekend voor een docent. Uiteindelijk valt of staat je docentschap met de kwaliteit van de communicatie die je hebt met de klas en de individuele leerling. Je zult op een proactieve positieve manier moeten investeren en stortingen doen op de emotionele bankrekening. Hoe dan? Door complimenten te geven, door dat stille meisje die haar groepje ontzettend goed stuurt na de les te laten weten dat je het hebt opgemerkt en dat je het waardeert, door leerlingen opdrachten te geven die succesmomenten opleveren, en die dan ook uitgebreid te vieren. Door leerlingen te helpen hun blokkades te doorbreken, door ze verder te helpen, door ze na zichzelf te laten kijken en ze op die manier verder te helpen. Door in de klas een sfeer van veiligheid, openheid, eerlijkheid, oprechtheid en hechtheid te helpen ontstaan. Door een rolmodel te zijn voor de leerling.
Wat moet je dan vooral niet doen? Teveel geld opnemen van de rekening, in de min zitten. Door bv. leerlingen voor gek te zetten (o, dus jij kunt zo goed de clown uithangen? Doe dat dan maar even hier voor de klas!) , persoonlijk te worden op een negatieve manier (jij bent ook altijd zo'n verwend kreng!) , leerlingen te pakken op hun onzekerheden (schreeuwen doe je maar als je in die achterbuurt van je rondloopt).
Covey zegt hierover ook dat we eerst een voorbeeld zijn door betrouwbaar te zijn, dan een mentor door respect en betrokkenheid te tonen, vervolgens een organisator door de structuren te bouwen die gebaseerd zijn op jouw overtuigingen en missie tav jouw lesgeven en tenslotte pas de leraar, het overbrengen van de principes en leerinhouden.
Mooi toch?? Allemaal lezen! http://nl.wikipedia.org/wiki/Stephen_Covey
Abonneren op:
Posts (Atom)