vrijdag 19 juni 2015

Muziek op de basisschool als middel of doel?

Hoe vaak heb ik deze vraag niet gesteld aan mijn studenten docent muziek van het conservatorium van Utrecht de jaren dat ik daar heb lesgegeven? En ik was zelf bevlogen en ietwat pushy in mijn opvatting dat het natuurlijk om muziek als doel ging! Als je mooi muziek maakt dan komt de rest vanzelf! Muziek als middel is iets voor muziektherapeuten. Als je muziekles geeft dan moet het niet gaan om sociale en emotionele vaardigheden! Het moet namelijk gaan over de oneindige schoonheid van muziek…alles moet daarheen! Zoals alles in het leven komt met de ouderdom ook de verzachting van je opvattingen. Ik heb wat prachtigs beleefd.

Afgelopen week waren er vier machtig mooie voorstellingen op het grote podium van Tivoli Vredenburg met alle 11 betrokken basisscholen uit Overvecht Utrecht. Ik mocht ‘dirigent’ zijn…wow…

Overvecht is een prachtwijk die een aantal jaar geleden ook wel een ‘krachtwijk’ werd genoemd. Een wijk met meer dan gemiddelde uitdagingen als het gaat om veiligheid, verbondenheid en onderwijs. Een wijk waarin veel kinderen niet vanzelf in aanraking komen met muziekinstrumenten of de mogelijkheid krijgen muzieklessen te volgen. Een aantal jaren geleden hebben de scholen en het Utrechts Centrum voor de Kunsten de handen ineengeslagen. Overvecht zou een muziekwijk worden. De Muziekroute werd geboren: op alle scholen krijgen de leerlingen binnen schooltijd in groep 5 les op viool, cello, klarinet, trompet of slagwerk. Na schooltijd kunnen ze spelen in ensembles. In alle andere klassen krijgen ze vocaal les.

Binnen de Muziekroute is er een krachtige keuze gemaakt voor muziek leren vanuit creatief vermogen. Dit betekent dat de verbeeldingskracht van de leerling het uitgangspunt is en niet de skills op het instrument. Het betekent dat we niet muziek reproduceren maar vooral creëren. We werken dus aan eigen composities en improvisaties. Het betekent ook dat de werkvormen de leerling zoveel mogelijk achter het stuur zetten. Dus niet de docent als alwetende instrumentalist die zijn kunst naar de school brengt maar de docent als medemuzikant en coach in het proces van samen ontwerpen.
Als je vanuit de bril van het traditionele muziekonderwijs kijkt naar de lessen in de Muziekroute dan is de kans groot dat je verward raakt. Wat zijn ze daar nu aan het doen? Of zoals ik onlangs een leerkracht hoorde zeggen: “Wat is dat voor herrie hier! Ik dacht dat jullie muziekles hadden?”.

Wat we aan het doen zijn? We maken contact met de leerlingen. We ontmoeten hen. We bieden hen veiligheid. We nodigen hen uit. Zodat ze durven hun eigen ideeën te laten horen aan de anderen. Zodat ze naar anderen leren luisteren en respect leren hebben voor de verbeelding van hun klasgenoten. Zodat ze horen wat er gebeurt als je samen speelt. Als je samen hetzelfde speelt, of juist iets dat compleet ertegenover staat! Als je voelt dat de beat van de cajon de hartslag vormt van jouw drie prachtig gestreken tonen op je viool. Zodat je begrijpt zonder te weten wat het is om met 300 kinderen in Vredenburg gezamenlijk van heel zachtjes en geconcentreerd zingen naar een uitbundig crescendo te gaan met een overgang naar dat vette arabische ritme en al dansend in een flow te komen. Zodat je begrijpt wat het verschil is tussen stilte en geluid. Dat stilte iets is dat je samen bereikt door respect te hebben voor iedereen om je heen. Dat je durft in stilte te zijn omdat je begrijpt dat daar de muziek begint. Als je begrijpt dat daar de muziek begint dan begrijp je ineens je eigen instrument en je stem. Je weet het nog niet misschien, maar je begrijpt het wel. En bij elke streek die je daarna speelt, elke ademtocht die je door je trompet blaast, wil je weer die verbinding voelen met de anderen.

Muziek als middel of doel? Het is een onnodige tegenstelling. Doordat samen musiceren het doel is wordt het een middel. Zodat je je verbonden voelt met de anderen, en veilig, en enthousiast. Zodat je initiatieven durft te nemen, je durft te laten gaan. Zodat je de ander durft te laten zien wat er binnen bij jou allemaal leeft. Op een plek waar er niet direct een opvatting is over wat goed is en wat fout.
De weg ernaartoe was en is weerbarstig, maar dinsdag en donderdag hebben we met in totaal 1400 kinderen in Tivoli Vredenburg, op het grote podium, met de tribunes gevuld met een mega-koor dit gevoeld. De trompetten beheersten 5 tonen, en hadden daarmee prachtige riffs gemaakt. De klarinetten waren uitstekend in het op het juiste moment toevoegen van een spannende triller. De strijkers wisten steeds weer iedereen tot rust te krijgen met hun soms weemoedige prachtige lange tonen en zweepten het publiek op door hun tremolo’s. De cajons vormden de prachtige hartslag van de wijk, met een super hippe mix van grooves uit alle streken van de wereld. Het koor vulde de zaal met beweging en ontroerende meerstemmigheid.

We hebben vier compleet verschillende voorstellingen gehad omdat het de voorstellingen van de kinderen van Overvecht waren. Omdat er gebeurde wat zij inbrachten. Omdat we natuurlijk deze processen geleid hebben maar hen de ruimte en vertrouwen hebben gegeven om te laten horen wat ze voelden. Omdat we ze veiligheid en verbondenheid hebben gegeven. De kinderen van Overvecht hebben ons het meest waardevolle cadeau terug gegeven wat er bestaat.

Muziek.



zondag 29 maart 2015

Leiderschap & Bach

Vandaag was ik, net als vele mede-Nederlanders bij een uitvoering van de Matthäus. Ik ga elk jaar. De laatste jaren met een dierbare vriendin. Vorig jaar bezochten we een hele mooie intieme versie. De solisten vormden samen ook het koor. Geen dirigent maar gedeeld leiderschap. Leiderschap door verbinden, openstaan, initiatief nemen én de ander volgen. Dat vroeg van alle muzikanten commitment. Zowel solist als ‘volk’. Van ‘Erbarme dich’ direct door naar “lass ihn Kreuzigen”. Leidend en dienend in één adem.

De uitvoering liet ons ademloos achter. Met tranen in onze ogen. Wat een eigenaarschap bij alle muzikanten, wat een betrokkenheid! Wat een bereidheid te dragen, te leiden, verantwoordelijkheid te nemen en te ondersteunen. Deze Matthäus ervoer ik als een werkelijk Gesamtkunstwerk. Nooit heb ik Bach zo voelen binnenkomen.

Dit jaar besloten we tot wat meer. We wilden iets meer overweldiging, waren klaar voor ‘Donner und Blitze’.  Groot koor, geen authentieke instrumenten, lekker gestemd op 442. En natuurlijk solisten die samen opkwamen, applaus in ontvangst namen en bogen. Tenslotte…de Maestro.
Vanaf het begin schuurde het bij me. Kon de vinger er niet opleggen. Er was geen flow, het stroomde niet. De twee kanten van het orkest leken niet aan te sluiten, leken elkaar niet te volgen. De counter zong fantastisch! Maar waarom deed hij alsof hij de hoofdrol had in ‘Soldaat van Oranje’? De solisten leken tijdens de koren af te dwalen, waren met elkaar bezig, deelden zelfs hun water. De muzikanten waren goed, maar er was geen vuur. Ik kon ze bijna horen denken…’zal ik studiosport wel redden’? Ik kon ook geen consistentie vinden in de verschillende tempi. Soms was een aria tergend langzaam, dan weer denderde er een recitatief voorbij alsof de trein gehaald moest worden. 

En dan de dirigent. Hoe meer het orkest uit elkaar liep, hoe drukker hij bewoog. Hoe meer hij bewoog , hoe meer het orkest uit elkaar liep. Alsof het kijken naar het centrale punt voor op het podium de oren en het muzikaal denken van de musici had uitgeschakeld. Als een ware maestro waren de gebaren romantisch. An sich, zonder geluid erbij, zagen ze er mooi uit. Maar waarom liepen beeld en geluid niet synchroon?

Plotseling werd ik geraakt door het inzicht. Ik geloof het niet, ik geloof jullie niet…o mijn God “Erbarme Dich”…jullie hebben de muziek om zeep geholpen!

Bach heeft het van alle kanten nodig dat je zijn muziek laat ontstaat, toestaat dat die de ruimte mag vullen. In het moment door samen te vallen met de ander, de muziek, het moment. De muziek van Bach hoef je niet ‘te maken’. Als je naar binnen reikt ‘mag je mee’.

Vanmiddag heb ik een belangrijk muzikaal inzicht opgedaan. Maar ook, en misschien wel veel belangrijker, heb ik geleerd over leiderschap. Werkelijk leiderschap bestaat uit je verbinden met de ander, leidend en dienend kunnen zijn ten opzichte van een gemeenschappelijk doel. Niet de primaris willen zijn om die plek, maar omdat het past bij wat je drijft en waar je talent ligt én omdat het moment van je vraagt om een stuk van de leiding op je te nemen.  Als het bovendien niet gaat zoals je wilt, of zoals het zou kunnen gaan, dan moet je luisteren, kleiner worden en de ander de ruimte geven om bij te dragen aan een hernieuwd evenwicht. Zeker als die ander een gedreven professional is met hetzelfde doel of dezelfde drive. Zo wordt iedereen eigenaar van het proces en blijft die aan boord. Alleen zo wordt één + één drie.

Dank je wel meneer Bach voor dit inzicht. Volgend jaar op zoek naar weer een uitvoering.





maandag 19 januari 2015

Wat is goed muziekonderwijs?


Die vraag werd me afgelopen vrijdag gesteld door Jan Jaap Knol, directeur van het Fonds voor de Cultuurparticipatie. Ik was op Eurosonic in Groningen als panellid van de door het ministerie van OC&W georganiseerde gespreksronde over muziekonderwijs anno nu. Aanleiding is de 25 miljoen die de minister heeft vrijgemaakt om te helpen alle leerlingen tussen de 4 en 12 jaar weer structureel te laten en leren genieten van wat muziek hen kan geven. Joop van den Ende voegt daar nog eens 25 miljoen aan toe. Prachtig. De discussie op Eurosonic had als doel met allerlei betrokkenen te praten over hoe en waar die 50 miljoen geïnvesteerd moest worden. En daar was dus die openingsvraag: Wat is goed Muziekonderwijs.
Op Eurosonic stond dit jaar IJsland centraal als popland. Het mirakel van Europa: zoveel enorm goede en vernieuwende bandjes uit een land dat niet veel groter is dan de provincie Utrecht. Robert van Gijssel schreef daarover in de Volkskrant (9 januari jl.). De suggestie was: het muziekonderwijs moet wel enorm goed zijn in IJsland! Het stuk van Van Gijssel sluit aan bij wat ik geantwoord heb in het debat… de vele bandjes zijn niet het resultaat van goed onderwijs, maar van een cultuur waarin verhalen vertellen, gedichten schrijven en prutsen met muziek behoort tot ‘wat je nu eenmaal doet als je je stierlijk verveeld in de lange donkere winternachten’.
Ik zag veel mensen bevestigend knikken. Vooral toen ik toevoegde dat het niet zo interessant is wat nu precies ‘goed muziekonderwijs’ is maar dat het uiteindelijke doel ervan zou moeten zijn dat we weer een cultuur in Nederland krijgen waarin het een voor de hand liggende optie is om lekker te gaan prutsen met je gitaar of een viool ter hand te nemen en te leren bespelen. In de lange autorit terug vroeg ik me ineens af hoe het zit…wat is eigenlijk de verbinding tussen Cultuur en Onderwijs? Onderwijzen we vanuit het paradigma van onze cultuur of moeten we cultuur onderwijzen? En, aangezien het best ver is van Groningen naar huis, diende de volgende vraag zich aan…Wat is cultuur?
Gelukkig is daar door Barend van Heusden een prachtig onderzoek naar gedaan met de titel “Cultuur in de Spiegel”. Van Heusden (2010) komt met 4 betekenissen van het woord cultuur:
1. In de meest brede zin van het woord omvat Cultuur elke vorm van aangeleerd gedrag.
2. Iets minder ruim, maar nog steeds breed is de omschrijving van cultuur als ‘alles wat mensen doen en maken’.
3. Het derde cultuurbegrip is beperkter. Cultuur heeft dan betrekking op een deel van alles wat mensen maken en doen: dat deel namelijk waarmee mensen op zichzelf reflecteren. “Cultuur-in-beperkte-zin” of eigenlijk cultureel zelfbewustzijn.
4. De laatste betekenis komt volgens van Heusden niet meer zoveel voor. Dit is beschaving als betekenis van cultuur. Daarmee kunnen sommige mensen zich van anderen: ze zijn cultureler, lees, beschaafder. (van Heusden, 2010)
Toen ik in het debat stelde dat dat het succes van IJsland vooral te wijten was aan de cultuur aldaar doelde ik enigszins op betekenis 1 en 2 maar natuurlijk vooral op de derde betekenis. Uit het artikel van Van Gijssel blijkt dat de IJslandse musici zich enorm bewust zijn van de kracht van de mythes uit hun verleden en de noodzaak dit in steeds weer nieuwe vormen in een veranderende samenleving tot muzikale creaties te laten komen.  In hun muziek komt de traditie samen met de hedendaagse uitdaging.  Ze gebruiken muziek dus om de veranderende wereld om zich heen te duiden vanuit wat ze al weten; wat in het (collectieve) geheugen zit.
Van Heusden zegt daarover:
“dat is cultuur, niet alleen alles wat we weten en kunnen, ons geheugen, maar vooral de manier waarop we iedere concrete gebeurtenis, iedere altijd enigszins andere werkelijkheid, met behulp van kennis en vaardigheden vorm en betekenis geven.”  (blz. 20, van Heusden, 2010)
En daarin verschillen we in de wereld. Niet elk land, of elke groep met mensen, geeft op dezelfde manier vorm en betekenis aan de veranderende wereld. Het ligt eraan waaraan je gewend bent. Wat leeft er in het collectieve geheugen van de mensen waarmee je leeft. Is het gewoon om op verjaardagen met je vrienden muziek te maken of ga je samen op een tv met bioscoopachtige afmetingen GTA spelen? Word je uitgelachen als je een gedicht voordraagt in je klas of is het slechts een onderdeel van een dagelijks terugkerend ritueel dat al sinds jaar en dag in jouw land normaal is. Is de norm van succes je score bij rekenen en taal of is er werkelijke aandacht voor de kanten van het kind die minder goed te toetsen zijn.  Geef je vorm en betekenis aan een veranderende wereld door onderwijs te zien als gereedschap van het bruto nationaal product (economische winst) of wil je dat jonge mensen opgevoed worden tot mondige, democratische burgers? (Nussbaum, 2010).
En daarmee had ik betekenis gegeven aan mijn lange autorit van Groningen naar huis. Wat is goed muziekonderwijs? Dat is muziekonderwijs dat jonge mensen helpt vorm en betekenis te geven aan de veranderende wereld om zich heen. Muziekonderwijs zou ervoor moeten zorgen dat het in Nederland normaal is om muziek te luisteren, maken, delen, samen te spelen. Leerlingen zouden de kennis, vaardigheden en attitude aangereikt moeten krijgen om daar een verschil in te maken. De maatschappij zou het moeten faciliteren en waarderen. We moeten het vooral niet gaan normeren: juist uiting van alle verschillende culturen in Nederland zal ons land minder versplinterd maken. Waar muziek gemaakt wordt zullen mensen verbonden zijn in schoonheid. 
De vorm interesseert me weinig: met klassieke instrumenten, vanuit creërend vermogen, fanfare instrumenten, zingend, componerend, hip hop, wereldmuziek, Beethoven of Beyoncé: laat iedereen vooral zijn eigen collectieve geheugen inzetten om invulling te geven aan muziekonderwijs. Van belang is dat al deze prachtige jonge mensen, onze toekomst, niet opgroeien met een kalashnikov maar met een gitaar, een saxofoon, een viool, een pak klei, een schilderkwast of een potlood in hun handen. Dat we met zijn allen zorg dragen voor een samenleving waarin het normaal is om de veranderende wereld te duiden vanuit onze verbeelding. Dat we opties zien in plaats van destructie.
Goed muziekonderwijs zorgt ervoor dat jonge mensen zich bewust worden van de kracht van hun eigen vermogen om bij te dragen aan een mooiere wereld.


Bronnen:
Gijssel van R. 2015. Het raadsel Reykjavik. Volkskrant 9 januari.

Heusden van B. 2010. Cultuur in de Spiegel, naar een doorlopende leerlijn cultuuronderwijs. Rijksuniversiteit Groningen i.s.m. SLO. 

Nussbaum, M. 2010. Niet voor de winst, waarom de democratie de geesteswetenschappen nodig heeft. Ambi|Anthos uitgeverij, Amsterdam.